Gember is een specerij met een vrij sterke smaak. Het wordt gewonnen uit de wortelstok van de gemberplant. Het is een van de meest geconsumeerde specerijen ter wereld en staat ook in Nederland al eeuwen op het menu. Aldus Wikepedia.
Ik vind gember lekker, vooral als jam en ook wel in de thee.

De gemberplant behoort tot de familie Zingiberaceae. Het is een geheel tropische, voornamelijk Aziatische familie die ca. 1000 soorten telt, verdeeld over een vijftigtal geslachten. De latijnse naam Zingiber is afgeleid van het sanskrit shringavera, wat betekent ”gevormd als een hertengewei”. De gemberwortel werd al in de eerste eeuw na Chr. geëxporteerd uit het Verre Oosten via India naar Europa voor de lucratieve specerijenhandel. De Romeinen gebruikten gember al veel. Tegenwoordig vindt de grootste productie plaats in Fiji, India, Jamaica, Nigeria, Sierra Leone en China.
Het zijn kruidachtige planten met een wortelstok. De wortelstokken vonden en vinden dus aftrek als specerij of geneesmiddel. Het bekendst is de gember, bereid uit de door vernauwingen ’knobbelige’ wortelstok van de Zingiber officinale. Andere kruiden en specerijen uit deze familie zijn cardamon, galangawortel en geelwortel dat o.a. als curcuma wordt gebruikt in kerrie.

In onze tuin staat dus een gemberplant, de Hedychium dixter, niet voor de productie van gember maar voor de sier, een siergember. Ans kreeg die vorig jaar van een medelid van Groei&Bloei, de bekende vereniging van liefhebbers van tuinen en tuinieren. De vereniging bestaat uit 130 afdelingen door heel Nederland en België.
De Dixter is een kruising tussen Hedychium gardnerianum en Hedychium coronarium en oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Oost Azië en de Himalaya. Hedychium lijkt veel op de gewone gember maar heeft veel spectaculairder bloemen. De geslachtsnaam komt uit het Grieks. Hedys betekent zoet en chium of chion sneeuw. In de taal der bloemensymboliek is wit de kleur van onschuld, zuiverheid en vrede. Daarmee de tegenpool van het duister, het kwaad.
Ze zijn al lang in cultuur en in sommige landen zijn ze inmiddels een plaag. Op de Azoren zijn naast de gewone Hortensia ook de Hedychium een onuitroeibaar onkruid geworden, een invasieve lastpost. Met zijn witte bloemkleur.

Vorig jaar heeft de plant mooi staan bloeien in zijn pot. Dit jaar viel hij vooral op door het verder in de hoogte groeien met veel bladvorming. In mijn bijdrage Kluizenaarsbestaan schreef ik erover:
Bij de gemberplant ging het mis, die vormde enorme bladeren waar overigens regelmatig de ochtendzon prachtig doorheen scheen, maar verzuimde tot nu toe om in bloei te komen. En dat zal waarschijnlijk ook niet meer gebeuren.
Daarmee deed ik de Hedychium onrecht. Want de bloeitijd is augustus/september, nu dus! Ik was te voorbarig. Daarom deze kleine ode aan de plant met zijn prachtige en zoetig geurende bloemen. De vorm, de kleur, het is natuur maar je zou er net als bij veel meer bloemen ook inspiratie voor kunst uit kunnen halen. Een sierlijke witte kelk met grote oranje meeldraden. Ik geniet erg van zijn schoonheid.

Tuinontwerper Piet Oudolf omschreef in het herfstnummer van het kunstmagazine SeeAllThis een tuin als een ruimte die is afgesloten van de wereld. Alles wat je mooi vindt breng je samen op één intieme plek.
Tussen alles wat je mooi vindt past zeker ook zo’n gemberplant.
Alles wat je mooi vindt….


Soms houdt dat maar een paar dagen stand. Zoals bij de gemberplant. Terwijl in de bovenste delen van de kegel nog bloemen uitkomen, verwelken de onderste al na een paar dagen glorieuze pracht. Hoe triest hangen zij er daarna bij….
Wat verschijne,
wat verdwijne,
’t hangt niet aan een los geval.
In ’t voorleden
ligt het heden;
in het nu, wat worden zal.
Opgaan, blinken,
en verzinken,
is het lot van ieder dag:
en wij allen
moeten vallen,
wie zijn licht bestralen mag.
Uit: Afscheid (1810)
Willem Bilderdijk

En een aanvulling die het voortgaande verval toont…..

Prachtig in beeld gebracht. Ik ga op zoek!
LikeGeliked door 1 persoon