De muziekgeschiedenis laat voor wat in het algemeen wordt aangeduid als klassieke muziek een opeenvolging zien van stijlen, stromingen en tijdperken: Renaissance – Barok – Classicisme – Romantiek – 20e eeuw – eigentijds klassiek. Die laten een ontwikkeling zien van eenvoudig en eenstemmig naar toenemende complexiteit in meerstemmigheid, klankvorming, ritme en harmonie. In de 20e eeuw werd het steeds moeilijker met atonale en seriële muziek, ook wel ervaren als avant-gardistische moeilijkdoenerij.
Sommigen werd dit teveel en als reactie zochten zij hun heil in een minimalistische benadering. Eenvoudige tonale patronen en voortdurende herhalingen en manipulatie ervan (repetitieve muziek) met gebruik van beperkte muzikale grondstoffen. Er zit een achterliggend idee van objectiviteit in. Met het beperken van het aantal basiselementen wordt het proces van het musiceren zelf benadrukt. De muziek drukt alleen zichzelf uit. Vaak staat de motiefherhaling in dienst van een zeer geleidelijk veranderend klankbeeld (procesmuziek).
Minimal music zoals deze stroming werd genoemd, nam afstand van normen uit de Europese muziektraditie. Wars van aan de ene kant de romantische opvatting dat muziek het ego van de componist uitdrukt en anderszins van de strenge toonorganisatie van het serialisme, hebben veel composities een regelmatige puls die in combinatie met de vaak lange speelduur tijdloosheid suggereert. Philip Glass, Steve Reich en Terry Riley zijn de bekendste coryfeeën van deze muziekstroming. En in Nederland was er natuurlijk Simeon ten Holt.
Je zou kunnen denken dat het (kerk)orgel een instrument is dat zich goed leent voor minimalistische stukken, zeker als die ook een spirituele kant hebben. En dan kan ook de vraag opkomen of deze muziek bruikbaar is in kerkdiensten.

Om daar wegwijs in gemaakt te worden had de KVOK Afdeling Zeeland de Zwolse organist Toon Hagen uitgenodigd. Zaterdagmiddag 12 oktober lieten ruim 20 leden en belangstellenden zich door deze materie gidsen in de Hervormde kerk in Kapelle. Toon Hagen bleek de juiste man hiervoor. Speels, humoristisch en duidelijk bracht hij de merites over op de aanwezige kerkorganisten.

Om in de sfeer te komen werd begonnen met Clapping Music, een compositie van Steve Reich gebaseerd op simpele faseverschuivingen, die uiteindelijk niet zo simpel uit te voeren bleek door de aanwezigen. Eén ritme met steeds meer variaties. Muzikaal handgeklap in twee groepen met wisselende ritmes gaat duidelijk niet zomaar, à l’improviste, ook als je een ervaren orgelspeler bent. Ritme is de basis van muzikaliteit, is verbonden met je fysiek, je lijf. Ritme-melodie-harmonie geven muziek. We wisten waar we waren.

Minimal music neemt de tijd. Eeuwigheid is niet de verlenging van de tijd. Het is als een kind dat opgaat in zijn spel en dan los is van tijd. En het is van alle tijden. De Ciaconna van Pachelbel had het al en zo is er meer muziek. Met weinig middelen iets essentieels verklanken. We komen in de buurt.
Er zijn kleurveranderingen en stemmingswisselingen in de voortstromende muziek. Daarin kan de musicus, ook de organist, eigen accenten aanbrengen. In het muziekproces kun je zelf kleur aanbrengen. Een kolk waarbinnen je zelf variëert. Je creëert een wereld, een atmosfeer; het is niet om te gaan ’hallucineren’. Simeon ten Holt wilde alertheid, geen slaap. Het is ook niet alleen maar herhalen. Er wordt een proces in gang gezet voor een staat van bewustzijn.
En dan praktisch: je kunt motiefjes uit een melodie halen en dat groter maken. Of je pakt een ritme. Maar dan niet iets herhalen omdat het zo ’lekker’ is! Je moet een verhaal maken.
Compositorisch was op een gegeven moment alles geprobeerd en toen wilde men terug naar de essentie: minimal music. Arvo Pärt schreef aanvankelijk seriële muziek, hij had alles geprobeerd, ook twaalftoonsmuziek en vond dat hij de essentie was kwijtgeraakt. Hij ging terug naar de muziek van de Middeleeuwen en leerde het gregoriaans kennen. Hij zocht weer de verwondering om vanuit bijna niets opnieuw te leren luisteren. Dat is ook de kern van minimal music.

In de kerk klinkt vanuit het orgel Pärt’s verstilde Spiegel im Spiegel, een titel die verwijst naar het oneindige beeld in twee tegenover elkaar opgestelde spiegels.

Andere deelnemers laten minimal music horen van Hagen (Ps 150) en Matter (Ps 65). En ter afsluiting speelt Toon Hagen zijn ”Hope” Fantasie VII n.a.v. motieven uit psalm 43.
Een waardig slot van een boeiende middag.

Prima verhaal Kees! Ook op Facebookpagina van KVOK Zeeland plaatsen!
LikeLike
Helemaal aansluitend bij Rien Verwijs. Nog een extra bij de waardering: het mooie portret onderaan. Helderheid alom.
LikeLike
Kees, wat een mooie en terzake kundige verhandeling.van deze geweldige middag!!
Ben vanmorgen direct maar mee begonnen in de dienst.
Dank!
Rien
LikeGeliked door 1 persoon