Van Giessenburg reden we naar het noorden van Drenthe. Camping Landgoed Tolhek was de bestemming en we krijgen daar een plek op de enige kampeerweide die ze hebben. De rest van de camping bestaat uit grote mooie afgeschermde plaatsen. Die zijn allemaal gedeeltelijk of geheel bezet of gereserveerd in de periode dat wij op deze camping willen staan en omdat reserveren niet onze gewoonte is, moeten we het ermee doen. Dat klinkt negatief, echter ook dit grasveld is een prima kampeerplek.

De eerste dagen staan we er alleen, gedurende het weekeinde van Hemelvaart is het vol en ook dan is het er goed want de plaatsen op het veld zijn ruim, de dagen erna waren we er met twee andere caravans.
Camping Landgoed Tolhek is gevestig op een landgoed met een lange historie. In 1633 werd door de Gedeputeerde Staten der Landschap Drenthe voorgesteld om tol heffen over de Drentsche Aa, overgang Anderen-Rolde. In 1805 kwam hier een tolhek bij toen de pachter van de tol bij het bestuur klaagde dat verschillende personen uit nabij gelegen plaatsen weigerden tol te betalen. Hem werd toen geadviseerd een ‘slaghekke’ te plaatsen.

Begin 1900 begon de familie van de huidige eigenaren op het Tolhek met het ontginnen van heidevelden ten behoeve van de landbouw. Dit groeide uit tot een landbouwbedrijf gericht op pootaardappelen. Doordat aardappelmoeheid de teelt in de omgeving moeilijk maakte, is de familie Speulman in 1995 de camping gestart op een kerstbomenveldje achter de boerderij. Nog wat later is het geheel omgevormd naar een landgoed waarbij 6 hectare bos is aangeplant.

Dat bos bestaat vrijwel geheel uit sparren en wordt goed beheerd. Het is samengesteld uit bomen van alle leeftijden en hoogten, van jonge aanplant tot enorme bomen van het formaat dat in december overal op marktpleinen ontworteld staat te sterven voor onze behoefte aan sfeer en licht rond Geboortefeest, Zonnewende en Jaarwisseling.
We kamperen dus in een prachtig kerstbomenbos met zeer ruime omgroeide plaatsen. Aan de rand is er een bijzondere vakantiewoning in de vorm van een boomhut, van alle hedendaags verlangd comfort voorzien.

Eén van de boeiende elementen van Drenthe is dat, naast het vele natuurschoon, er zoveel zichtbaar is geworden en ook nog zichtbaar is van oude culturen en oude landschappen. Zo ligt camping Landgoed Tolhoek vlakbij het kleine dorp Anderen. Daar zijn stenen vuistbijlen gevonden uit 60.000 v. Chr. Het zijn de oudste bewijzen van bewoning in Drenthe.

Aan de noordkant van de camping loopt het vroegere tracé van de spoorlijn van Assen via Gasselternijveen naar Stadskanaal. Wegens gebrek aan klandizie is de spoorlijn midden jaren ’70 van de vorige eeuw opgeheven. Rails en bielzen zijn verwijderd en verkocht, het talud is gebleven. Dat is nu wandelpad en onderdeel van het Pieterpad.

Over dat wandelpad kom je richting Rolde in het beekdalgebied van het Rolderdiep. Deze natuurgebieden in Drenthe zijn in de afgelopen decennia zoveel mogelijk hersteld naar hun oorspronkelijke voorkomen en hebben enorm gewonnen aan natuurwaarde. Het Rolderdiep behoort tot het Nationaal Landschap Drentsche Aa. Deze beek is een van de weinige in Nederland waarvan de loop nauwelijks door de mens is beïnvloed, al hebben hier grote delen van het gebied ruilverkaveling en ontwatering ondergaan om de landbouw efficiënter te kunnen laten verlopen. Het gebied is rijk aan schilderachtige esdorpen met hun Saksische boerderijen. Het geldt als het best bewaarde beekdallandschap van West-Europa en in Nederland is het in 2002, samen met het Limburgse Geuldal, uitgeroepen tot mooiste landschap van Nederland.


Westelijk van het beekdal van het Rolderdiep en pal ten noorden van Rolde ligt het Balloërveld, een hoger gelegen heideveld tussen de beekdalen van het Rolderdiep en het Looner Diep. Een prachtig natuurgebied doorkruist met eeuwenoude zandwegen en waar resten zijn gevonden van bewoning tot in de Steentijd toe. Daarvan getuigen nog de grafheuvels die her en der zichtbaar zijn.




Rolde is een dorp ten oosten van Assen, gelegen op de Rolderrug, een ongeveer 60 kilometer lange smalle hoger gelegen rug van ongeveer 60 kilometer in de provincies Drenthe en Groningen. Ook het Balloërveld ligt op deze zandrug. Rolde is oorspronkelijk een esdorp en heeft ook diverse brinken.

De oorspronkelijke rechtspraak vond plaats rondom Rolde, zoals in de Balloërkuil. Deze kuil zou de plek zijn geweest waar de Drenten in vroeger tijden vergaderingen hielden. Hier zou in de middeleeuwen de Etstoel, het hoogste rechtscollege van de provincie Drenthe, hebben rechtgesproken. De kuil zou omgeven zijn geweest door aarden zitplaatsen. In de 17e eeuw werd de plek gebruikt om kadavers te dumpen en had de vermeende vergaderplek zijn functie kennelijk al verloren. De huidige Ballooërkuil is een laagte in een jonge zandverstuiving en zeker niet de plaats waar in het verleden recht gesproken werd. Vreemd is dat geen enkel archief de kuil noemt als vergaderplaats. Het is aannemelijk dat de rechtspraak in Balloo in een gebouw plaatsvond.
Als argeloze toerist in de kuil staande ging bij mij de fantasie aan de gang om te proberen je in te denken hoe dat er honderden jaren geleden aan toe zou hebben kunnen gaan, met volk op die aarden banken, als in een soort amfitheater. Ik vond de kuil toch wel een bezoekje waard.

Nog even over die opgeheven spoorlijn waar ik hierboven over schreef: het voormalige stationsgebouw van Rolde is nu in gebruik als woonhuis.

Rolde heeft een kerktoren die van ver te zien is, behorend bij de gotische Jacobuskerk die dateert uit 1427. Het was een baken voor reizigers tussen de stad Groningen en Coevorden en voor dolenden op het Balloërveld. De vele middeleeuwse karrensporen op het Balloërveld wijzen allemaal naar de toren van Rolde.


Het orgel in de Jacobuskerk is omstreeks 1820 gebouwd. De herkomst is onduidelijk. In 1847 werd het orgel aan de kerk geschonken door de toenmalige predikant(!). Het werd in dat jaar door H.J. Langendijk, in opdracht van Petrus van Oeckelen, in de kerk geplaatst. Na diverse restauraties en ingrepen is het orgel in 2013 gerestaureerd door de firma Mense Ruiter en is daarbij zoveel mogelijk teruggebracht tot zijn oorspronkelijke karakter. Het instrument heeft twee manualen, een vrij pedaal en 23 registers.
De kerk van Rolde is open voor bezoek en dus maakte ik er een foto van het orgel. Je bent orgelliefhebber of je bent het niet.
Achter de kerk en de oude begraafplaats bevinden zich twee hunebedden, resten van prehistorische grafkamers daterend uit 3350 tot 3050 v. Chr. Het is altijd indrukwekkend om deze monumenten uit een oude cultuur te zien.

Nieuwsgierig was ik naar de situatie van het boerderijtje van mijn grootouders Riemer Boersma en Antje van der Meer aan het Zuiderend bij Drachten. Zij woonden daar tot 1930 toen het hele gezin met vier dochters, waaronder mijn moeder, en een zoon verhuisde naar de Hoeksche Waard. Mijn opa zag geen heil in verder ploeteren in het zompige veengebied en zocht een nieuw begin om een beter leven op te bouwen. Na de Hoeksche Waard vonden ze hun definitieve plek aan de Haaswijkweg in Dubbeldam.
Nu we min of meer in de buurt van Drachten waren, zijn we er op een mooie dag heengereden. Het huisje staat er nog, meer vervallen en verwaarloosd dan in 2012 toen ik er al eens had gekeken. Het kan niet anders of het is geen lang leven meer beschoren. Het schijnt nog bewoond te zijn, ondanks dat zo op het oog het stadium ‘krot’ niet ver weg zal zijn. Of misschien mag je het zo al wel noemen.

Als je denkt aan de situatie daar op de vochtige veengronden in de jaren 1920-1930, waar kleine boerenbedrijfjes met een paar koeien in slechte omstandigheden leefden, en je rijdt er nu langs prachtige villa’s op ruime kavels, rijkdom en welvaart uitstralend, dan word je je bewust welke metamorfose dit gebied en in feite ons land heeft ondergaan. Dan begrijp je ook de onvrede niet die op dit moment door Nederland gaat en ook daarbuiten. Het zal wel met contemporaine relativiteit te maken hebben dat de maatschappelijke protesten niet van de lucht zijn. De enorme inkomenskloof die er in de laatste decennia niet minder op geworden is stelt een eeuw met grote vooruitgang in de beleving van veel mensen in een ander licht.

Op de terugweg namen we een andere route dan de rechtstreekse en kwamen zo in Veenhuizen, de grote strafkolonie van Nederland. In 1818 opgericht voor de opvang van wezen, bedelaars en landlopers in een aantal gestichten, werd in 1859 omgevormd tot strafkolonie. De oude gestichten zijn deels gesloopt en vervangen door de Penitentiaire Inrichtingen Norgerhaven en Esserheem. In het nog bestaande Tweede Gesticht bevindt zich het gevangenismuseum. We hebben er even rondgekeken zonder er naar binnen te gaan. Een gevangenismuseum is iets voor een druilerige dag en dat was het niet.

Verder rijdend passeren we nog het Fochteloërveen, een bijzonder natuurgebied op de grens van Friesland en Drenthe, dat zeker een bezoek waard is, een wandeling op een mooie dag. Dat was het wel, maar reeds te ver verstreken daarvoor.
Er is nog veel te zien en te doen in Drenthe. Dat bewaren we voor een volgende keer.
Gisteren zijn we verder gegaan op onze reis door Nederland. De bestemming werd een camping in Gaasterland.
Het ziet er prachtig uit. Krijg helemaal zin om dit ook te ontdekken
LikeLike
Drenthe is inderdaad mooi en nu heb ik het nog niet eens over het fietsen gehad, waarvoor Drenthe zeer geschikt is. Ik vond de blog zo al lang genoeg. Dus: ontdek Drenthe vooral per fiets.
LikeGeliked door 1 persoon
Ga ik zeker doen. Als ik ga neem ik de fietsen mee.
LikeGeliked door 1 persoon
Kees, ook nu weer een beschrijving van het gebied, die de vergelijking met de beste ANWB gids glansrijk kan doorstaan en wederom gelardeerd met een stukje stevig maatschappelijk engagement. Ik krijg bijna de neiging om onze vakantiebestemming om te buigen richting Drenthe. Ga door… ga door
LikeLike
Nou nou Bert, dat is wel veel eer voor een beginnend blogger. ’t Is wel leuk om zo’n compliment te ontvangen. We zijn inmiddels in Friesland-Gaasterland aanbeland. Daar is ook van alles te bekijken, fotograferen en beschrijven. Dus ik gá door….
LikeLike